Roger de Carabus
Bijnaam: Schallebijter
Rang van de Kevers
Lid van de Carbidae familie
Wetenschappelijke naam: Carabus sp
Wie ben ik?
6 poten, een schild op mijn rug… ik ben een neef van het lieveheersbeestje. Je kan me herkennen aan mijn lange vorm, mijn voelsprieten en mijn gestreepte dekschilden die vaak verschillende tinten weerspiegelen (metaalachtig groen, brons, paars of blauw). Jammer genoeg kan ik niet vliegen want mijn onderste vleugels zijn enkel stompjes.
Ik ben eerder een nacht predator. Dank zij mijn poten kan ik héél hard lopen om wormen, rupsen, naaktsnakken of de larven van draadwormen te vangen… Ik kan ook huisjesslakken eten.
Ik vang mijn prooi met mijn sterke kaak en dan spuit ik hem een mengeling van spijsverteringssap en vergif in, dat hem doodt en doet smelten. Voor mij is dat net een milkshake.
Ik heb zelf ook predators. Ik ben gegeerd door amfibieën, of kleine insectetende zoogdieren zoals egels en nachtvogels. Maar ik laat me niet doen! Ik heb een superkracht: ik heb een ware anale verstuiver die een zure stof verspreidt. Dit beschermingsmechanisme is niet gevaarlijk maar wel pijnlijk voor diegene die mij aanvalt.
Eerst was ik een larve. Om volwassen te worden moet ik een hele metamorfose doorstaan. Ik rui drie keer alvorens diep onder de grond te kruipen waar ik me een knusse plek maak. Na 10 tot 15 dagen rui ik een laatste keer en wordt ik een nimf. Dat is een beetje zoals de pop van de vlinder. Deze periode duurt tussen 15 en 45 dagen, afhangend van de keversoort. In het begin is mijn nimf volledig wit, dan, over de dagen, komt er kleur in mijn ogen en kleuren mijn kaken en poten. Wanneer deze organen zwart gekleurt zijn, kan ik uiteindelijk naar buiten. Ik krijg langzaam kleur en mijn lichaam wordt hard. Het duurt een tweetal dagen om perfect te zijn om uit mijn holletje te kruipen.
Omdat ik tijdens de winter niet veel te eten vind, overwinter ik onder de grond, onder het mos, aan de voet van een haag of in het dode hout. Soms verstop ik mij ook in de zomer, als de temperaturen te hoog zijn of er een lange droogte is. Ze zeggen dan dat ik een zomerslaap hou.
Portraits de famille
De woning
Meestal vindt men kevers onder de schors van bomen, houtresten, tussen de stenen of op het zand langst meren en rivieren. Vul een BeeWelcome module met dood hout en bladeren, of een stuk rottend hout. Zet de module op het gelijkvloers. Indien je een voet hebt van BeeWelcome, kan deze zoals de module. De kevers zijn er zot van!
De kost
Kevers eten andere dieren (dood of levend) en plantaardige materie. Ze voeden zich met plezier met verwoestende insecten zoals snakken, wolluizen, draadworm. Als je ze dicht bij je moestuin zet, zullen ze je helpen om deze te beschermen.